zondag 5 mei 2013

Strijdkunst


Mijn eigen koning worden V




Vandaag is het 4 mei, de dag dat we onze doden herdenken. Mensen die de moed hadden te vechten voor hun land, een gezamenlijk ideaal. Ik hoorde de toespraak van Peter van Uhm, wiens vader mee vocht in de tweede Wereldoorlog. Toen Peter de leeftijd had om zijn idealen te gaan vormgeven, koos hij daarom voor het leger, om 'te dienen'. Ook zijn zoon koos die weg, de afloop weten we. Wat heb ik een bewondering voor de manier waarop deze man, deze vader, woorden geeft aan zijn gedachten en gevoel.

Soldaten, legers, oorlog; ik kon er nooit zoveel mee, voor mijn hoefde dat allemaal niet te bestaan. Veel te heftig, te bloederig en te zielig voor alle moeders die bidden dat hun zoon weer thuis komt. En vooral zonde van al die verspilde mensenlevens. Beetje naïef natuurlijk om te denken dat ik er daarmee vanaf was. Maar ik kwam er altijd wel goed mee weg, want oorlogsfilms zijn niet aan mij besteed en het journaal kun je afzetten.

Voor de oplettende waarnemer was er een parallel waarneembaar in mijn eigen leven. Ruzie krijgen met mij was er niet bij. Daar zorgde ik wel voor. Dat ging zelfs zover dat ik ook niet gauw boos werd. Klinkt goed hè? Dat vond ik wel tenminste. Totdat ik kinderen kreeg. Mijn overzichtelijke leventje werd vrij abrupt omgebouwd tot een toneel waar ook boosheid zijn entree deed. Mijn boosheid nota bene. En ik beheerste die 'kunst' totaal niet. Bij tijd en wijle beheerste het mij zelfs, voor mijn gevoel. Wat voelde ik mij schuldig!

Toen drong langzaam het besef tot me door, dat degenen die ik het liefst heb, mij ook het meest boos kunnen maken. Zij raken mij letterlijk het diepst, of ik laat me door hen raken. Sinds ik me dat besef, lukt het me af en toe om tijdens, of vlak na, een 'botsing' het strijdtoneel te overzien, om 'het hogere plan' te proberen te doorgronden.

Ruzie, een botsing, maakt deel uit van een proces. Een proces waarbij mensen elkaar proberen te beïnvloeden. In feite is dit met elkaar strijden te vergelijken met beeldhouwen; door de interactie vorm je elkaar, mits je jezelf deze transformatie toestaat. Volhard je in onveranderlijkheid, dan zullen de slagen die je worden toegebracht waarschijnlijk in hevigheid toe gaan nemen, om alsnog beweging te bewerkstelligen. Het mooie is dat geen van de 'beeldhouwers' het eindresultaat zal kunnen voorzien. Dus een transformatie betekent niet dat je je schikt naar je tegenstander. Want dan zou de vrijheid van de een ten koste gaan van die van de ander.

Zo kan ik meer met het begrip 'strijden' en op deze manier raakt mij het pleidooi vanavond van Peter van Uhm, voor meer saamhorigheid, nog dieper; individuen die in vrijheid kiezen en handelen vanuit het 'wij-gevoel', en die samen strijden.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten