donderdag 31 oktober 2013

Het nieuwe feminisme

Mijn eigen koning worden LXXI.

Al scrollend door het nieuws, viel mijn blik op de rechtszaak over Heleen Mees. Met name dat het zou gaan om stalking van een Brits-Nederlandse econoom; duizend e-mails, waaronder dreigmails en erotische foto's. De naam Heleen Mees zei me niet zo heel veel, en ik verwachtte een stereotype verhaal van een stagiaire of een interieurverzorgster. Toch benieuwd naar de mens achter dit persoonlijke drama, las ik verder en googlede verder op haar naam. Ik stuitte op info uit Wikipedia en een goed interview met haar in Vrij Nederland van 2009, waardoor me veel duidelijk werd.

Tot mijn grote verrassing blijkt deze econoom en publicist over een uitgebreid CV te beschikken, zowel qua vakinhoud als qua schrijven voor gerenommeerde tijdschriften. Wat me intrigeert is dat ze wordt beschouwd als de aanjager van de derde feministische golf. Ze is sterk voorstander van vrouwen aan de top en ziet daarvoor als voorwaarde dat vrouwen ook 50+ uren per week werken. Vrouwen die dit niet doen vindt ze eigenlijk maar waardeloos, lui zelfs. Een uitspraak van haar is: "Hoogopgeleide vrouwen die geen volwaardige carrière nastreven, verkwisten niet alleen hun eigen kapitaal - en doen zo zichzelf en de samenleving tekort - ze verkwanselen ook de positie van andere vrouwen, inclusief die van hun dochters en dochters' dochters.' Mees' missie: meer vrouwen in topbanen." Toch brengt dit haar nog niet genoeg, want volgens het interview is ze op zoek naar grotere vervulling en zou ze het liefst trouwen en kinderen krijgen.

Ik laat me niet (meer) snel op de kast jagen, maar zo'n vrouw maakt kennelijk wat in me los, anders zou ik niet zo doorgraven in dit onderwerp. Het participeren van vrouwen aan de arbeidsmarkt is ook een thema in mijn leven. Mijn moeder koos er destijds voor om altijd thuis te zijn als wij, mijn zusjes en ik, soms hongerig, vermoeid of natgeregend, uit school kwamen. Er was tijd voor een kop thee en een luisterend oor. In die tijd, medio jaren 80, moest Heleen haar verhalen op andere manieren en momenten met haar moeder delen. Als ze ze al deelde met haar moeder, of haar vader. De trieste ontwikkeling naar stalkgedrag doet vermoeden dat er in haar jeugd bindingsproblematiek is ontstaan.

Ikzelf heb gekozen voor een parttime baan, ondanks mijn functie als specialist en afdelingshoofd. Dit was zeker geen automatisme (itt wat Mees stelt, dat we onze rolmodellen nadoen, en geen keuzevrijheid hebben); veel collega's vragen zich -terecht- af hoe ik dat combineer, zo'n baan met een druk gezin met jonge kinderen. Als ik eerlijk ben, is dat ook eigenlijk geen doen, en wil ik gewoon 'van twee walletjes' mee eten: de inspiratie door een uitdagende baan, en het idee dat ik als moeder ook voldoende meekrijg van (en meedoe aan) het opgroeien van mijn kinderen. Ik heb enorm geluk met een man die heel veel thuis doet, en een bijzonder fijn samenwerkend team op mijn werk. Toch leef ik vaak met het gevoel op beide fronten net tekort te schieten. Daar raakt mevrouw Mees mij dus op een tere plek. En het is een spagaat waar veel werkende hoog opgeleide moeders zich in bevinden. Het is een continu zoeken naar balans tussen de twee werelden van werk en thuis.

Een tijdje geleden had ik hier een mooi gesprek over met een vriendin, die coach is met specialisatie op dit gebied, Marije van Duijne Strobosch (M energie). Zij was toen bezig een mooi, gratis, e-book hierover te schrijven ('7 inspirerende vragen voor ambitieuze vrouwen'). Ik hoorde mezelf vertellen dat ik nooit anders zou kunnen dan het combineren van deze twee rollen; alleen moederen zou ik niet kunnen, ik zou de intellectuele prikkeling te veel missen en het contact met collega's. Alleen werken zou ik ook niet willen, omdat ik dan  (o.a.) de relativering die het gezin mij biedt mis, plus het bijzondere van het mogen begeleiden van mijn kinderen, mensen-in-wording. Dus ben ik 'veroordeeld' tot het continu zoeken en bijsturen naar het midden tussen deze twee uitersten. De inspanning die dat kost heeft als mooi bijkomend resultaat dat ik vervulling kan ervaren. 

Hiermee wil ik niet zeggen dat dat voor iedere vrouw de oplossing zou zijn. Anders dan Heleen Mees, laat ik iedereen graag zijn of haar eigen keuze. We leven in een wereld waar iedereen geprikkeld wordt om dat individuele stuk op te pakken; ieder mens heeft z'n eigen 'levens-chemie'! Misschien moet ik mezelf maar gaan profileren als "aanjager van de 4e feministische golf": het streven van de vrouw om haar eigen 'chemie' te bedrijven, door persoonlijk leiderschap verworven gebruik van de vrouwelijke kwaliteiten, in samenhang met -en aangevuld door- de mensen, de wereld, om haar heen!

maandag 28 oktober 2013

Zelforganisatie of zelfbewustzijn?

Mijn eigen koning worden LXX.


Vorige week zat ik in de auto, toen opeens mijn blik werd getroffen door een enorme zwerm vogels. Ze trokken in een sierlijke golvende beweging door de lucht, alsof ze een onzichtbaar schilderij aan het maken waren. Helaas was ik de bestuurder, anders had ik graag nog lang naar dit prachtige fenomeen gekeken. Ik moest het doen met dat ene mooie beeld en mijn herinnering. En een terugkerende vraag drong zich op: hoe doen vogels dit; wie of wat bepaalt de richting, waarom botsen ze niet?

En onwillekeurig trok ik dit verschijnsel door naar de manier waarop wij mensen ons in een groep bewegen; dat gaat toch een stuk minder vloeiend...Als we hetzelfde doel hebben (bijvoorbeeld een nieuwjaarsduik) dan lijkt het nog ergens op. Maar als dat doel onbekend is, is er al gauw een leider nodig. En dat geldt ook voor een reisgezelschap met die ene persoon met een belachelijke paraplu.

Hoe zit dat dan met die harmonieuze zwermen? Er is jaren onderzoek naar gedaan door Charlotte Hemelrijk (what's in a name) van de universiteit in Groningen. Zij beschreef in 2011 in het wetenschappelijke tijdschrift Plos ONE een aantal oorzaken voor variaties in de vormen van spreeuwenzwermen, met een computermodel. Een relatief lage variatie in snelheid, de grote aantallen, het kleine aantal interacties en het maken van bochten zijn allemaal factoren die de vorm van een zwerm bepalen. Haar vraag was verder of zelforganisatie alles verklaart.

Wikipedia is ook altijd een dankbare bron, die mij leert dat het 'zwermen' emergent gedrag betreft, dat voortvloeit uit simpele regels, die door individuen (vogels in dit geval) gevolgd worden, waarbij geen centrale coördinatie komt kijken. Geen vogel met een paraplu in hun midden dus ;-) Ondanks het gebrek aan centrale besluitvorming, ontstaat complex gedrag, zoals dat in optima forma te zien is in mierenkolonies. 

Wat is het dan dat vogels hebben, en wij niet? Een radarsysteem? Of is het iets dat wij juist wel hebben, en vogels niet, waardoor wij mensen geen zwerm (kudde, in ons geval van lopende zoogdieren) kunnen vormen; onze eigen bewustzijn?! Ik vermoed dat laatste. Op het moment dat wij ons eigen bewustzijn verlagen, bijvoorbeeld door alcohol en/of afgestompt door muziek, kunnen wij ons prima als kuddedieren gedragen. 

Het is ons echter als mensen gegeven om als individuen met bewustzijn keuzes te maken. Daarmee zijn we ons groepsgedrag kwijt geraakt. En dat is niet altijd even makkelijk en fijn. Vandaar dat we soms (al dan niet tijdelijk) weer terugvallen met externe hulp, of door aangeleerd kuddegedrag. Ik denk dat het een uitdaging is om die (voor ons nodige) groepsvorming op een andere manier vorm te geven; de groep, bestaande uit individuen, die zich vanuit hun eigen bewustzijn aansluiten bij de idealen, de normen en de waarden van de groep. Dus is het kennelijk toch niet voor niets dat 2012 door de VN was uitgeroepen tot het jaar van de coöperatie. Wat een zwerm vogels al niet voor inzichten oplevert.

woensdag 2 oktober 2013

Septemberhectiek

Mijn eigen koning worden LXIX.


De afgelopen weken heb ik mijn tijd zoveel besteed aan andere dingen dan blogs schrijven, dat ik er een beetje onrustig van werd. Ik begon te twijfelen aan mijn doorzettingsvermogen, of nee, meer eigenlijk aan mijn voornemen. Wilde ik blogs schrijven omdat ik me dat had voorgenomen, of vanuit een innerlijke behoefte? En als nu blijkt dat ik minder blogs schrijf dan voorheen, komt dat dan doordat de innerlijke behoefte is afgenomen, of omdat er nog meer behoeftes vervuld moeten worden? Bijvoorbeeld de enorme behoefte aan slaap, die ik de laatste week had.

September is altijd een hectische tijd voor mij. Het is de rust van de zomervakantie, waarin dan allerlei nieuwe impulsen ontstaan. Daar ga ik dan na de vakantie mee aan de slag, samen met al het andere wat gewoon vrolijk doorgaat. Sinds mijn huidige baan zit daar dan ook de begrotingscyclus en de jaarplanprocedure nog lekker doorheen. Als dan in september de dagen serieus beginnen te korten en de eerste herfststormen en neerslag weer aantreden, en ik op mijn tandvlees loop, vraag ik me weleens af waarom ik ook al weer al die nieuwe impulsen wilde volgen. 

Gelukkig is de herfstvakantie dan al weer in zicht, als een dankbare adempauze. Het is als het ware de kunst van het midden zoeken: tussen alle verlokkingen van het leven door de juiste keuzes maken. Een avond doorzakken, een middag bramen plukken, hard werken om een verslag af te krijgen, het huis op orde houden, de kinderen voldoende aandacht geven, lekker bijpraten met vrienden, misschien ook nog af en toe sporten en dan nog 100 andere dingen die ik al dan niet graag doe, dan wel die -volgens mij- gedaan moeten worden. Mocht dit als een klaagzang klinken; niets is minder waar. Ik houd van dynamiek, afwisseling en vernieuwing. Soms gebeurt dit uit eigen initiatief en vaak ook vanwege onverwachte omstandigheden. 

Waarom kan de ene mens dit als prettig ervaren, terwijl de ander er niet aan moet denken? En waarom gaat mij dit negen van de tien keer ook goed af, maar kan ik me dan opeens een tijdje heel moe voelen? Ik zie het voor me als een knopje in mijn hoofd, of een bepaalde bril die ik opzet, wat bepaalt hoe ik er naar kijk en hoe ik het ervaar. Maar ja, soms weet ik dat knopje of die bril gewoon even niet te vinden. Het mooiste voorbeeld hiervan vind ik het verhaal van twee zoons van een drugsverslaafde en aan lager wal geraakte vader. De ene zoon is zeer fortuinlijk en goed terecht gekomen. De ander is het zelfde pad gegaan als zijn vader. Aan beide zonen wordt onafhankelijk van elkaar de vraag gesteld hoe het komt dat ze zo geworden zijn. Ze geven beide hetzelfde antwoord: "ja, vind je het gek, met zo' n vader....!".

Misschien helpt de volgende overweging om met de omstandigheden om te gaan (met dank aan mijn vriendin José):