vrijdag 19 juli 2013

Leegte


Mijn eigen koning worden LII


In een eerdere blog tijdens deze vakantie kwam de leegte al ter sprake en omdat ik het woord alleen al zo fascinerend vind, leek het me interessant er nog eens wat verder op door te broeden. Leegte is in het Nederlands zo anders dan emptiness, vide en Leere in respectievelijk het Engels, Frans en Duits. In mijn eigen taal roept het bij mij een zekere negativiteit op, merk ik. En grappig genoeg ervaar ik dat niet in de andere talen. Misschien komt dat doordat ik het gezegde "ledigheid is des duivels oorkussen" te goed onthouden heb en teveel vertaal als: leegte in je handelen leidt tot verderf. En helaas helpt het Engelse gezegde me ook niet op een ander pad: The devil finds work for idle hands...

Toch ervaar ik ook de andere kant van leegte; het heerlijke gevoel dat bijvoorbeeld een opgeruimd buro, een opgeruimd huis, een lege agenda, of het uitzicht over een eindeloze zee me geeft. Dat creëert rust in mijn hoofd en in mijn lijf. Ik weet ook dat die leegte niet te lang moet duren; alleen maar leegte is dus kennelijk ook niet de oplossing.

Als je nu kijkt naar de verdeling van leeg en niet leeg in het menselijk lichaam, dan zijn er behoorlijk wat 'leegtes' zoals keel- neus- en oorholtes, mond, slokdarm, maag, darm, baarmoeder. En de 'leegteorganen' bij uitstek zijn de longen: daar wordt continu 'leegte' uitgewisseld! Goed beschouwd is dat ogenschijnlijke leegte, er vinden daar processen plaats die letterlijk van levensbelang zijn. Maar als we zouden kijken met een puur ruimtelijke blik, dan ontstaat er leegte bij een inademing en minder leegte bij een uitademing.

Wat een prachtig fenomeen, dat ons lichaam ons kennelijk voordoet hoe 'leegte' werkt: ogenschijnlijk is er niets, maar ondertussen vinden er onmisbare (cyclische) processen plaats. In ons fysieke lichaam zijn die te meten door te kijken daar de hoeveelheid zuurstof en kooldioxide in ons bloed. De effecten van de noodzakelijke leegte in onze geest zijn echter wat lastiger -zo niet onmogelijk- te meten. Het vervelende is dat je die leegte ook niet echt hoeft te missen, is mijn ervaring. Totdat je een keer tegen grenzen aanloopt...oftewel, om met onze bekende Nederlandse voetbalfilosoof te spreken: "Je gaat het pas zien als je het doorhebt."

En dan komt wat mij betreft de hamvraag: als we eenmaal in staat zijn die leegte 'toe te laten', waarmee vullen we die ontstane leegte in ons bewustzijn dan weer op?! Want hoe verleidelijk is het om daarna weer door te gaan met waar we mee bezig waren. In feite pakken we ons 'oude patroon' dan weer op. En hoe erg is dat dan eigenlijk? Hoe belangrijk is het om af en toe even de 'geestelijke lucht' te verversen? En hoe bewust kunnen we dat doen? En hoe essentieel is dat voor de mens...? Allemaal vragen waar iedereen die ze stelt een eigen antwoord op zou kunnen vinden.

Om nog even lekker verder door te denken, vond ik de volgende toepasselijke spreuk van een bekende oosterse wijsgeer:

Dertig spaken komen in de naaf bijeen, maar het wiel is bruikbaar door de leegte. Uit klei vormt men het vat, maar vullen laat het zich door de leegte. In een huis maakt men ramen en deuren, maar de leegte maakt het bewoonbaar. Zo danken wij aan het zijn de mogelijkheid, en aan het niet-zijn de bruikbaarheid.

(Lao Tse)