woensdag 2 oktober 2013

Septemberhectiek

Mijn eigen koning worden LXIX.


De afgelopen weken heb ik mijn tijd zoveel besteed aan andere dingen dan blogs schrijven, dat ik er een beetje onrustig van werd. Ik begon te twijfelen aan mijn doorzettingsvermogen, of nee, meer eigenlijk aan mijn voornemen. Wilde ik blogs schrijven omdat ik me dat had voorgenomen, of vanuit een innerlijke behoefte? En als nu blijkt dat ik minder blogs schrijf dan voorheen, komt dat dan doordat de innerlijke behoefte is afgenomen, of omdat er nog meer behoeftes vervuld moeten worden? Bijvoorbeeld de enorme behoefte aan slaap, die ik de laatste week had.

September is altijd een hectische tijd voor mij. Het is de rust van de zomervakantie, waarin dan allerlei nieuwe impulsen ontstaan. Daar ga ik dan na de vakantie mee aan de slag, samen met al het andere wat gewoon vrolijk doorgaat. Sinds mijn huidige baan zit daar dan ook de begrotingscyclus en de jaarplanprocedure nog lekker doorheen. Als dan in september de dagen serieus beginnen te korten en de eerste herfststormen en neerslag weer aantreden, en ik op mijn tandvlees loop, vraag ik me weleens af waarom ik ook al weer al die nieuwe impulsen wilde volgen. 

Gelukkig is de herfstvakantie dan al weer in zicht, als een dankbare adempauze. Het is als het ware de kunst van het midden zoeken: tussen alle verlokkingen van het leven door de juiste keuzes maken. Een avond doorzakken, een middag bramen plukken, hard werken om een verslag af te krijgen, het huis op orde houden, de kinderen voldoende aandacht geven, lekker bijpraten met vrienden, misschien ook nog af en toe sporten en dan nog 100 andere dingen die ik al dan niet graag doe, dan wel die -volgens mij- gedaan moeten worden. Mocht dit als een klaagzang klinken; niets is minder waar. Ik houd van dynamiek, afwisseling en vernieuwing. Soms gebeurt dit uit eigen initiatief en vaak ook vanwege onverwachte omstandigheden. 

Waarom kan de ene mens dit als prettig ervaren, terwijl de ander er niet aan moet denken? En waarom gaat mij dit negen van de tien keer ook goed af, maar kan ik me dan opeens een tijdje heel moe voelen? Ik zie het voor me als een knopje in mijn hoofd, of een bepaalde bril die ik opzet, wat bepaalt hoe ik er naar kijk en hoe ik het ervaar. Maar ja, soms weet ik dat knopje of die bril gewoon even niet te vinden. Het mooiste voorbeeld hiervan vind ik het verhaal van twee zoons van een drugsverslaafde en aan lager wal geraakte vader. De ene zoon is zeer fortuinlijk en goed terecht gekomen. De ander is het zelfde pad gegaan als zijn vader. Aan beide zonen wordt onafhankelijk van elkaar de vraag gesteld hoe het komt dat ze zo geworden zijn. Ze geven beide hetzelfde antwoord: "ja, vind je het gek, met zo' n vader....!".

Misschien helpt de volgende overweging om met de omstandigheden om te gaan (met dank aan mijn vriendin José):