donderdag 30 mei 2013

Verborgen wijsheid

Mijn eigen koning worden XXX.


Vanavond tijdens de avondwake, waar we zongen voor een overleden mede-koorlid, werd dit mooie gedicht voorgelezen. Het is een bekend gedicht, en toch ontdek ik er elke keer weer iets nieuws in. Nu raakte het me, dat volwassen mensen kennelijk niet meer in staat zijn om zich te verbinden met iets dat zich misschien het beste laat omschrijven als totale liefde. Is het onze ratio, die probeert te verklaren, wat niet in woorden uit te leggen is, maar wat alleen via het hart kan worden gevoeld? En gebeurt dit niet veel vaker met dingen, die we met onze ratio niet kunnen begrijpen, en die we dus niet toelaten, niet willen geloven?! Wie zijn wij eigenlijk dat we denken dat wij alle wijsheid in pacht hebben? Ik voelde me weer even heel klein, maar wel heel veilig, in de schoot van het prachtige universum, met al haar verborgen wijsheid.


VOOR EEN DAG VAN MORGEN


Wanneer ik morgen doodga,
vertel dan aan de bomen
hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan de wind,
die in de bomen klimt
of uit de takken valt,
hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan een kind,
dat jong genoeg is om het te begrijpen.
Vertel het aan een dier,
misschien alleen door het aan te kijken.
Vertel het aan de huizen van steen,
vertel het aan de stad,
hoe lief ik je had.

Maar zeg het aan geen mens.
Ze zouden je niet geloven.
Ze zouden niet willen geloven dat
alleen maar een man alleen maar een vrouw,
dat een mens een mens zo liefhad
als ik jou.

Hans Andreus
Uit: Al ben ik een reiziger (1959)