dinsdag 21 mei 2013

(V)oordeel?


Mijn eigen koning worden XXI.


Vanavond waren we met ons leesclubje bijeen. We zijn al een tijd bezig met het boek 'tijdgenoten onderweg' van Christine Gruwez, en het bijbehorende werkboekje. Het thema van het boek gaat over hoe om te gaan met alle gebeurtenissen die we dagelijks om ons heen en via de media zien gebeuren. Hoe dit alles je het gevoel van machteloze toeschouwer kan geven en dat er een weg mogelijk is om je hiervan te bevrijden en tijdgenoot te worden. We hadden allemaal hooggespannen verwachtingen, en nu, ruim een jaar later, vroegen we ons af wat het ons tot nu toe heeft opgeleverd.

Dat bleek nog niet zo gemakkelijk onder woorden te brengen. Het liefst zouden we een makkelijk meetbaar resultaat willen hebben, maar dat is waarschijnlijk hetzelfde als het willen meten hoe assertief iemand is geworden na een weerbaarheidstraining. Wat het boekje ons duidelijk wil maken, is dat een oordeel vellen heel makkelijk lijkt, op het eerste gezicht. Maar dat als je verder kijkt, er vaak meerdere blikrichtingen zijn, waardoor een duidelijke scheidslijn tussen twee kanten steeds waziger wordt. Het gevolg is dat daardoor het vellen van een oordeel moeilijk en soms zelfs overbodig wordt.

In deze tijd waarin van mensen min of meer verwacht wordt overal een mening en een oordeel over klaar te hebben, voelt dat misschien een beetje tegenstrijdig, in eerste instantie. Je telt al snel niet echt mee als je niet je mening ventileert, en de mensen met de grootste mond krijgen vaak de meeste steun. Onze huidige politiek laat daar veelvuldig voorbeelden van zien. Het is een teken van daadkracht, van sterk leiderschap als je je oordeel snel klaar hebt; dat geeft duidelijkheid.

Dat klopt helemaal. De vraag is of duidelijkheid ook altijd recht doet aan alle partijen, alle kanten van een kwestie. Hoe eerlijk is die duidelijkheid? Een mooi voorbeeld dat vanavond werd genoemd is de vraag om rehabilitatie van mannen, die destijds weigerden te gaan vechten in Nl-Indië. Een lange tijd werden die afgeschilderd als landverraders. Inmiddels is er veel meer informatie beschikbaar gekomen en is de nationale mening 180 graden gewijzigd. En er zijn natuurlijk veel meer voorbeelden te verzinnen. Waarom blijven we dan nog steeds vasthouden aan het snelle oordeel? We leren dat zelfs al aan kinderen op de lage school...

Een verklaring die ik ervoor heb, is dat door snel een oordeel te hebben, we snel een etiketje kunnen plakken: goed of fout, vies of lekker, fijn of niet fijn, etc. Daarmee is de zaak afgehandeld en hoeven we er verder niet meer over na te denken. Het is daardoor ook wel een veilige manier om om te gaan met de wereld om ons heen. De vraag is hoe bewust we ervan zijn dat we dit zo doen. Misschien is het een idee om 1 keer per jaar een oordeelloze zondag in te voeren...als eerste stap!