donderdag 9 mei 2013

Hemelvaartbeeld

Mijn eigen koning worden X.



Toen ik een kind was woonden wij in een klein dorp aan een meer. Met Hemelvaart stonden we altijd heel vroeg op om te gaan dauwvaren met onze zeilvereniging. Het was dan nog bijna donker en het was altijd erg koud en meestal stond er nog geen wind, dus werden we vanzelf warm door het peddelen. Zodra er een beetje wind kwam, werden de peddels opgeborgen en dobberden we zachtjes naar een afgesproken plek. Dat was een houten huisje, aan het oog onttrokken door een rietkraag, waar we aanlegden voor thee met kaneelbeschuitjes. Weer terug bij de zeilvereniging stond er dan een ontbijt klaar en veranderde de serene stille sfeer van de vroege ochtend in een gezellig geroezemoes.

Sinds ik uit huis ben -alweer een kwart eeuw dit jaar- heb ik het ritueel van dauwvaren of dauwtrappen nooit meer opgepakt. Waarom eigenlijk niet, het was toch altijd een bijzondere belevenis? Nu ik er zo bij stil sta, besef ik me dat deze dag bij mij altijd een beetje het onderspit delft tussen Pasen en Pinksteren. Daarbij valt de dag altijd op een donderdag (10 dagen voor Pinksteren), op een doordeweekse dag, wat het wekelijkse ritme onderbreekt. Daardoor ervaar ik de dag als een welkome adempauze en aangezien ik ook niet een echt ochtendmens ben, is de drang van binnenuit om op een vrije dag vrijwillig op een nog bijna nachtelijk uur mijn warme nestje te verlaten, minimaal.

En als ik dan nog het idee had dat het echt heel belangrijk zou zijn voor mijn eigen ontwikkeling, of die van mijn kinderen, dan zou het wellicht nog wat kunnen worden. Ik ken het heerlijke gevoel van het wakker zijn en door het dorp of de natuur te lopen, terwijl verder iedereen, behalve de vogeltjes, nog slaapt. Maar als ik eerlijk ben, kan dat op elke willekeurige dag ervaren worden. De verbinding met een oeroud Hemelvaart-dauwtrapritueel heb ik heel duidelijk dus nooit gevoeld.

Waarom voelde ik me dan vanmorgen toch een klein beetje schuldig, toen ik om half negen het ontbijt stond klaar te maken? Kennelijk zit het vroegere patroon nog ergens in mijn systeem en heb ik er nog niet bewust mijn eigen draai aan gegeven. Misschien komt dat wel omdat ik als kind, toch moeite had met het beeld van een opstijgende man op een wolk. Dat beeld heeft me misschien tegengehouden me er mee te verbinden, ondanks dat ik inmiddels besef dat dergelijke beelden niet letterlijk geïnterpreteerd moeten worden. Ik merk nu dat het me juist uitdaagt om er zo ver in door te dringen dat ik er wel wat mee kan. En dat blijkt nog een hele uitdaging! Ondanks de vele informatie die via Google te vinden is, ben ik er nog niet in geslaagd een interpretatie te vinden, die helemaal 'klikt'. Maar vinden zal ik hem. Dat wordt een beproeving voor mijn ongeduld...