woensdag 8 mei 2013

Verwondering

Mijn eigen koning worden IX.


Als ik uit het raam kijk en naar de wolken kijk, besef ik me opeens weer dat dit een uniek plaatje is; zoals het luchttafereel nu gerangschikt is, zal het nooit meer zijn. Een halve minuut later zie ik het bewijs, het wolkenpatroon is alweer veranderd. Boeiend, ik kon er vroeger als kind, op mijn rug liggend in het gras, geen genoeg van krijgen. Hele verhalen speelden zich af boven mijn hoofd.


Vandaag voelde ik ook blije verwondering dat het de bergkorenbloemen weer gelukt is dit jaar: de eerste bloem was weer te zien, en zo te zien volgen er de komende dagen meer. Deze maand is sowieso topdrukte qua primeurs in onze tuin; het liefst loop ik elke dag even een rondje om alle nieuwkomers te verwelkomen. Wat een andere dynamiek dan een paar maanden geleden, toen de tuin zich nog  teruggetrokken had in een bijna meditatief aanvoelende stilte. Het was zo lang koud dit jaar, dat ik me zorgen begon te maken over het aantal planten dat het niet zou redden. Ik ben namelijk niet het type dat met plastic zakken kwetsbare types gaat beschermen. Te koud, dood? Pech, dan is deze tuin plus tuiniers niet geschikt. Maar alle planten hebben het overleefd deze winter, zelfs de fragiel ogende hortensia's die ik vorig seizoen had geplant. Wat een groeikracht!


Over alle wonderen die zich op dit moment in de natuur afspelen, zou ik pagina's vol kunnen schrijven; dat is niet zo moeilijk, omdat het zo enorm zichtbaar is. Lastiger wordt het om hetzelfde te doen in de winter... Maar het grootste wonder zit eigenlijk verborgen in het cyclische proces. Elk jaargetijde met z'n specifieke veranderingen in de natuur, wordt weer opgevolgd door een jaargetijde met een geheel ander karakter, jaar in, jaar uit, als een grote ademhaling. Het nieuwe zichtbare leven elke lente, kan alleen maar ontstaan door het afsterven in de herfst er aan voorafgaand. De natuur doet het ons voor: om te vernieuwen, moet je loslaten. Lijkt een paradox, wonderbaarlijk.


En als ik dit aan het schrijven ben, komt één van de katten mauwend aandacht trekken buiten. Er ligt iets op het terras en als ik beter kijk zie ik tot mijn schrik en afschuw een prachtig gevormd piepjong vogelembryo, net uit het ei, met nog maar net een paar donsplukjes zichtbaar op het ruggetje en kopje, de grote ogen nog dicht, de aders duidelijk zichtbaar onder de transparante huid, mooie fijne pootjes met piepkleine nageltjes, kleine vleugeltjes met de ritmische aanzet voor de vleugelveren, een echt snaveltje al....uit het nest geroofd door onze jager. Gevoelens van boosheid en verwondering dringen om mijn aandacht. Instinct, ook de natuur, ook iets om je over te verwonderen, al is het in dit geval minder idyllisch dan de tere bloemknoppen die zich vrijwel zorgeloos kunnen uitvouwen tot de prachtigste kleurcomposities. Totdat morgen zoonlief weer in de tuin komt spelen met zijn bal...