dinsdag 9 juli 2013

Vakantie


Mijn eigen koning worden XLIX.


Vakantie, wat is het toch een bijzonder fenomeen. We kijken er een tijd naar uit, maken plannen wat betreft de bestemming, de soort reis, het soort verblijf, hoe lang we er blijven en wat we willen doen in die tijd. Dat is al een hele onderneming, zeker als het gezin, zoals bij ons, wat meer leden telt, met ieder zijn of haar eigen wensen, behoeften en verwachtingen. Maar, ook dit jaar is het weer gelukt om een vakantie te organiseren die voor iedereen goed klinkt, al lijkt het erop dat het elk jaar moeilijker aan het worden is. Ik kan dit een luxeprobleem noemen, maar het raakt aan iets essentieels, waarover zo meer.

Ik leef er ook altijd helemaal naar toe, compleet met de extra drukte in de week voor vertrek.  Op de een of andere manier moet mijn buro leeg en mijn huis schoon voor vertrek. Alsof ik een half jaar weg ben, terwijl we meestal maar maximaal twee a drie weken weg gaan. Het voelt als 'resetten', even helemaal leeg maken en dan na de vakantie weer met een schone lei beginnen. Als ik het zo opschrijf, vraag ik me af waarom we dat niet aan het eind van het jaar doen, in december. Het antwoord is volgens mij dat het zomerseizoen zich er veel meer voor leent om even letterlijk buiten ons zelf te komen, even alles los te laten. Om met nieuw opgedane inspiratie weer aan de slag te kunnen.

En dan is eindelijk de dag gekomen dat we afreizen. Vol verwachting klopt ons hart, hoe ziet onze bestemming er uit, hoe zal het er zijn? Dit jaar beginnen we met autopech, waardoor we veel later dan gepland op de camping aankomen. De camping is nog erg stil, want wij uit het zuiden hebben al vakantie, maar de mensen hier in de buurt pas volgende week. En de nachten blijken toch wel erg fris te zijn. Na een paar koude en bewolkte dagen, met ook nog wat regen, blijkt het moeilijk om ons goede humeur te bewaren.

We hadden toch bedacht dat we een vakantie met strand, zee en zon zouden hebben. Ja, we zijn in Nederland, dus af en toe een koude dag moet kunnen . Kennelijk is de ratio minder sterk dan de gevoelens en oude herinneringen aan verregende vakanties. Je kunt op koude dagen wel een stad in vluchten en allerlei dingen gaan doen, maar dat is niet aan ons en onze kinderen besteed. Een middagje slenteren langs etalages, van lunchroom naar café, ook al zijn de steegjes nog zo schattig, levert toch een moe en chagrijnig gezin op.  We vragen ons hardop af wat het dan is wat we zoeken tijdens een vakantie.

Vakantie, vacant, leeg? Is het daarvoor echt nodig dat we weg gaan uit onze dagelijkse leefomgeving? Zouden we niet regelmatig even afstand moeten nemen, ons bezinnen oude dingen die we doen, of juist niet doen? En zou het niet geweldig zijn als we in staat zouden zijn dat gewoon in onze eigen habitat te doen...? In plaats daarvan verplaatsen we ons en masse naar luxe oorden met allerlei voorzieningen en laten ons maar al te graag afleiden van de dagelijkse beslommeringen door allerlei activiteiten en bezienswaardigheden. En wij doen daar op onze manier ook aan mee, alleen voelt het elk jaar weer meer alsof we iets essentieels missen in onze vakanties.

Ons ideaal is het optimaal in de natuur zijn, daarom kamperen we elk jaar. Maar wat is dat dan, in de natuur zijn? Als ik dit schrijf hebben we net weer een aantal teken bij de kinderen verwijderd, zit er een muis onze voorraden te belagen en wordt ik lek gestoken door de muggen. Dit alles wordt dan wel weer vergezeld door prachtig getjilp van andere vogeltjes dan in onze eigen tuin. En het uitzicht is ook anders. Maar die natuur is ook bij onze woonplaats, en daar zoeken we haar misschien wel veel te weinig op...Mmmm, ik geloof dat ik na 5 dagen kamperen de nieuwe inspiratie al weer te pakken heb!